Nieuws – Mv. King David

1938-11-12: Op 12-11-1938 als UNITAS, zijnde een motorschip, groot 1016.40 m3 bruto inhoud volgens meetbrief 's Gravenhage d.d. 09-11-1938 no. 5834, liggende te Groningen, door A. Kraaijema, scheepsmeter te Groningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1875 Z GRON 1938 op het achterschip aan SB zijde in achterkant ingang op verhoogd achterdek.
1938-11-17: NvhN 17-11-1938:

Delfzijl. Door de N.V. Noord Nederlandsche Scheepswerven te Groningen werd aan kapt. L. v. Bruggen te Groningen afgeleverd het nieuwgebouwde m.s. UNITAS. Dit schip, gebouwd onder klasse Bureau Veritas en Scheepvaart- Inspectie, Atlantische vaart, is van het gladdek type met de stalen mast midscheeps. Het heeft twee laadboomen voor lasten tot twee ton, voor welks bediening twee motorleeren geplaatst zijn, die elk door een Deutz motor van 15 p.k. aangedreven worden.

Het hijschgerei werd geleverd met een certificaat van de Inspectie van Havenarbeid. De ankerlier wordt aangedreven door een Deutz motor van 7 p.k. Voor de voortstuwing is in de motorkamer een Deutz motor van 300 p.k. geplaatst, terwijl hier verder als hulpmotor een Deutz motor van 15 P.k. opgesteld is.

Het schip heeft de volgende afmetingen: lengte over de loodlijnen 42 M breedte op het spant 7.10 M en holte in de zijde 3.07 M. Het d.w. bedraagt 420 ton en het meet bruto 458 en netto 147 Reg. ton.

1941-08-25: Wordt op 25-08-1941 bij het Kadaster teboekgesteld als UNITAS, eigendom van Egbert Connelis Antonie Moolenbel, vennootschapsdirecteur te Rijswijk. (Augustus 1940 mogelijk hernoemd in 'Hilfsschiffe 68' voor Unternehmen Seelöwe. Januari 1941 weer hernoemd in 'Unitas'. Deze mutaties zijn niet zeker)). Op 27 juli 1941 in beslag genomen door de Duitsers terwijl ze bij Sander in reparatie lag. De teboekstelling bij het Kadaster wordt op 14-01-1942 doorgehaald. Tot 1943 voer ze met Duitse bemanning van Bergen naar de Franse kust en later België. Vanaf 19 september 1941 verbouwd bij de Kriegsmarinewerft in Kiel tot Schwere Artillerie Träger 9. Juni 1945 teruggevonden in Bergen, Noorwegen. 11 Juli 1945 vertrek uit Bergen naar Nederland en gerepareerd. In oktober 1947 aan De Vries toegewezen maar omdat ze in Nederlands Indië voer pas begin 1948 overgedragen.
1947-03-10: NvhN 10-03-1947: Convooi naar Indië uitgevaren.

Zes scheepjes van 300 a 400 ton zullen de reis in 80 dagen maken. Een typisch convooi heeft Zaterdag de haven van Rotterdam verlaten, met een lange reis voor den boeg, een convooi, dat herinneringen oproept aan de dagen van de Oost-Indische Compagnie, toen scheepjes, die naar tegenwoordige maatstaven gerekend notedopjes waren zich op de Oceanen waagden en om de Kaap de Goede Hoop hun weg naar Indië zochten.

Ook thans waren het slechts notedopjes, nauwelijks 300 en ten hoogste 400 ton groot, die door een sleepboot naar open zee gesleept zijn, n.l. de coasters „Beta", welks kapitein de leiding van het convooi heeft, „Baltic", „Erna", „Unitas", „Wilda" en „Henk". Deze schepen kunnen onder normale omstandigheden op eigen kracht zee kiezen, maar nu wilde men geen risico loopen in verband met den ijsgang in de rivier en den Nieuwen Waterweg, waar zoo gemakkelijk een schroef op de schotsen stuk kan slaan.

In Hoek van Holland namen de kapiteins zelf het heft in handen. Tachtig dagen denken de scheepjes over de reis naar Indië te doen. Natuurlijk wordt het lange traject niet in één ruk afgelegd, het ligt in de bedoeling Port Said aan te doen en daar nog eenige lading In te nemen, mogelijk cement.

Te Rotterdam heeft men reeds cokes aan boord genomen bij wijze van ballast. Voorloopig gaat de reis naar Batavia. Het convooi zal op zee in zigzagvorm varen op een onderlingen afstand van ongeveer 300 M. Aan boord van den convooileider „Beta" bevindt zich een complete radio-installatie.

Zoo zal er contact met de buitenwereld zijn, maar ook contact onderling, al beschikken de andere coasters dan ook slechts over een ontvangtoestel. leder schip heeft zeven koppen aan boord, maar in Indië, waar deze kustvaarders de verdwenen prauwen gaan vervangen en in het binnenland copra gaan verzamelen, om die dan naar een centraal punt vermoedelijk Makassar, te brengen, waar de voor de margarine-fabricage onontbeerlijke grondstof in groote zeeschepen wordt overgeladen, zullen in lederen kustvaarder 24 koelies een plaatsje in het voorschip krijgen.

Zij doen indien nodig dienst als bootwerker. Teneinde gemakkelijk in de binnenlanden te kunnen opereren, bevinden zich aan boord kleinere bootjes, waarmee men overal gemakkelijk den wal kan bereiken. De nu uitgevaren schepen, die inclusief de uit- en thuisreis anderhalf jaar weg blijven komen in Indië onder beheer van de K.P.M.

1947-03-13: NvhN 13-03-1947: Convooi coasters uit elkaar geslagen.

Te Brest opnieuw verzamelen. Het convooi kustvaartuigen, dat Zaterdag j.l. van Rotterdam naar Batavia is vertrokken, heeft in Het Kanaal eenigen tegenslag ondervonden. Door de mist is het convooi n.l. uit elkaar geslagen, met het gevolg dat de kapitein van de „Beta", die de leiding heeft, aan zijn collega's van de „Unitas" en de „Erna", die zich nog in zijn nabijheid bevonden, opdracht gegeven heeft de haven van Brest binnen te lopen.

Dit is Woensdag geschied. Aan de kapiteins van de „Baltic" en de „Wilda". welke schepen uit den gezichtskring verdwenen waren, is radiotelegrafisch geseind eveneens naar Brest te komen. Zoodra de „Henk", welk schip zooals men weet voor de pieren van Hoek van Holland moest terugkeeren om een kleine reparatie te ondergaan, het geheele convooi weer compleet maakt, wordt de reis voortgezet.

Leeuwarder courant 27-03-1947: Coasters hebben weinig geluk.

Het blijft reparatie en wachten. De „Baltic" de "Erna" de „Henk" en de „Unitas", die zich zooals gemeld te St. Nazaire bij de lekgeslagen "Beta" hadden gevoegd hebber weer zee gekozen. Zij hebben het op reparatie wachtende schip van den convooileider achtergelaten en koers gezet naar Gibraltar waar het schip zich bij hen zal voegen.

Het Dagblad 26-06-1947: Groningen - Batavia per kustvaarder.

Gister zijn te Priok aangekomen de Groningse kust-vaartuigen „Erna" en „Unitas", die de lange reis naar het Verre Oosten na vele moeilijkheden te hebben ondervonden, hebben volbracht. De „Unitas" raakte reeds aan het begin van de reis onklaar, waarop de „Erna" het schip op sleeptouw nam. Voorwaar een schitterende prestatie van de „Erna" als men bedenkt, dat deze reis voor een kustvaartuig op zichzelf reeds een uitzonderlijke verrichting is.

1948-04-10: Op 10-04-1948 als UNITAS, zijnde een motorschip, groot 1019.610 m3, liggende te Tandjong Priok, door A. Ros, scheepsmeter te Tandjong Priok, van een nieuw brandmerk voorzien door het inbeitelen van 2329 Z GRON 1948 op het achterschip aan BB zijde in achterschot kombuis.
1948-04-13: Eemsbode 13.04.1948.

De Coasters komen uit Indiё terug. Naar het A.N.P. verneemt, hebben de coasters, die indertijd naar Indiё vertrokken, thans vanuit Batavia de terugreis naar Nederland aanvaard en wel de “Helvetia” op 6 april, de “Erna“ op 9 april, en de “Henk“, de “Unitas“, de “Baltic“, de “Wilda“ en de “Beta“ op 10 april.

1958-06-06: Nabij lichtschip 'Noord Hinder' in dichte mist bij een aanvaring met de 'Rini' (1954) beschadigd.
1969-02-04: 04-02-1969 Zware boegschade opgelopen na aanvaring met Panameese m.s.”Transvin” 1935-388 BRT.
1969-12-00: Naar Duitsland verkocht en begin 1970 doorverkocht naar Liechtenstein en omgebouwd tot radiozendschip (Piratenzender), voor Noordwijk gestationeerd sinds juni 1970.
1970-06-15: De Tijd 15-06-1970: Nieuwe piratenzender „Radio Capitol".

Gisteren en vanmorgen tot half tien heeft een Nederlandse piratenzender Radio Capitol hij wijze van proef via 270 meter uitgezonden vanuit een schip dat King Davis zou heten en verankerd zou liggen in internationale wateren. In drie talen waaronder Nederlands werd tussen muziekstukken van Handl door de luisteraars verzocht rapport uit te brengen over de ontvangst en deze te sturen aan een postbusnummer in Bussum.

Beloofd werd tegen een ruime vergoeding officiële testrapporter terug te zenden. Het postbusnummer bleek bij navraag in Bussum te behoren aan de heer Thomason, voorzitter van The International Broadcasters Soeiety in Bussum. De echtgenote van de heer Thomason, mevrouw Berthe Thomason-Beydals, voormalig verslaggeefster van De Telegraaf, vertelde ons dat de zender het laatste commerciële project van de vereniging is, die zich voor de tweeduizend leden ten doel stelt gegevens aangaande het vak radio en televisie te coördineren en uit to wisselen.

Het schip King David ligt op vijf mijl afstand van het oude Rem-eiland. Het schip heeft een zender met een sterkte van 10 kilowatt aan boord. Voorlopig zullen met onderbrekingen proefprogramma's worden uitgezonden. Aan het eind van de week hoopt men met continu uitzendingen te beginnen, die bedoeld zijn voor mensen van twintig jaar en ouder.

„Licht amusement met non-stop muziek". Slechts één maal per tien minuten zal een reclameboodschap worden uitgezonden. Uitzendmogelijkheden tegen betaling liggen vooral open voor alle mogelijke politieke partijen en religieuze organisaties.

1970-11-10: Het radiozendschip 'King David' van piratenzender Capitol Radio slaat tijdens een zware storm van haar ankers en strandt bij Noordwijk aan Zee, zo'n 50 meter uit de kust. De sleepboot 'Hector' van Wijsmuller en de motoreddingboot 'Johanna Louisa' van de KNZHRM (station IJmuiden) reageren direct op de noodseinen en zijn snel ter plaatse.

Ook de strandreddingboot van Noordwijk, de 'Kurt Carlssen' komt in actie. Tijdens een windkracht 7 weet de Noordwijker reddingboot vijf van de zeven bemanningsleden van boord te halen. Later die dag keert iedereen weer terug. Op 13 november weet de 'Hector' de 'King David' weer vlot te brengen. De bergers van Wijsmuller hadden na de eerste poging op 10 november met een bulldozer een geul gegraven door de zandbank, die het vlottrekken belemmerde.

De Tijd 10-11-1970: Bij Noordwijk. Radioschip aan de grond.

Op vijftig meter afstand van het Noordwijkse strand is vannacht het radlozendschip „King David" aan de grond geraakt. Het schip dat programma's uitzendt onder de naam „Capitol Radio" telde zeven bemanningsleden.

Vijf van hen zijn door een reddingsboot van boord gehaald. De kapitein en een van de bemanningsleden zijn op het schip gebleven. Het schip raakte vannacht op de Noordzee los van zijn ankers. De machines vielen uit en de „King David" dreef snel op de kust aan.

De sleepboot Hector en reddingsboten uit IJmuiden en Noordwijk voeren uit om hulp te verlenen. De „King David" lag eerst voor de Britse kust maar zocht wegens ernstige storingen een plaats in de buurt van de Nederlandse kust.

Op 5 oktober stelde de chef opsporing van de bijzondere radiodienst van de PTT een onderzoek in naar de zendapparatuur van het schip dat toen in de Amsterdamse haven in dok lag. Dat gebeurde in opdracht van de Amsterdamse officier van justitie mr. J. F. Hartsuiker. Twee dagen later deelde mr. Hartsuiker mee dat de justitie geen aanleiding zag om maatregelen tegen het radioschip te nemen.

Aan boord van de „King David", die in Liechtenstein is geregistreerd, staat een 10 kw-zender. De vijf opvarenden die door de Noordwijkse reddingboot „Kurt Carlsen" van boord zijn gehaald, zijn drie Nederlandse meisjes, een Amerikaans meisje en een Engelse jongeman.

1970-11-10: 10-11-1970: Verslag uit de Reddingsboot 1970 Dienst No: 3794 , 3795 , 3796.

Het radioschip King David gestrand. Op het bericht dat het radioschip King David van zijn ankers was losgeslagen en naar de kust bij Noordwijk dreef, voer te 04.20 de mrb. Johanna Louisa (IJmuiden) uit.

Van het gealarmeerde station Noordwijk vertrokken te 04.40 de mrb. Kurt Carlsen en even later de lijnwerp en wipperploeg, wind nnw 7. De Kurt Carlsen werd ongeveer een kilometer naar het noorden vervoerd en daar voor de lancering klaargemaakt, via de marifoon verzocht de kapitein van de King David de opvarenden van boord te halen, waarop de Kurt Carlsen werd gelanceerd.

Bij het schip aangekomen bleek het niet mogelijk de opvarenden van het achterschip te halen, terwijl midscheeps de ringantenne van de King David het langszij komen bemoeilijkte. De laatste mogelijkheid moest echter worden gekozen. Aangezien de opvarenden in de brug bleven staan, terwijl de Kurt Carlsen langszij lag, moest worden gevraagd om de mensen naar de midscheeps te laten komen.

Vlot werden daarna 4 vrouwen, een man en een hond overgenomen. Twee man waaronder de kapitein, bleven aan boord. De Kurt Carlsen zette koers naar het strand en gaf daar de schipbreukelingen aan de politie over. Even later strandde de King David, de twee aan boord gebleven opvarenden liepen toen geen gevaar meer.

De Johanna Louise, die even nadat de King David was gestrand bij het schip aankwam, keerde terug en meerde te 08.00 af. De bemanning van de Kurt Carlsen bleef standby houden in het botenhuis, de lijnwerp en wipperploeg aan het strand, tot alle gevaar was geweken.

1970-11-13: NvhN 13-11-1970: Laatste nieuws. „King David" is vlot.

Het radiozendsehip „King David" is vanmiddag om tien over half drie door de sleepboot „Hector" van het bureau Wijsmuller uit IJmuiden vlot getrokken. Vanmorgen had men rond de 32 jaar oude ex-Groninger kustvaarder een gleuf gegraven met bulldozers.

Een half uur werken was voor de 2150 pk metende IJmuidense sleepboot voldoende om de "King David'' over de zandbanken heen naar open zee te brengen.

1971-05-25: De Telegraaf 25-05-1971: Capital Radio failliet.

„International Broadcasters Society" is failliet. Deze onderneming, waarvan de Canadees T. D. R. Thomason, oud-medewerker van de Wereldomroep, directeur is, exploiteerde — zij het slechts kort — de voor de kust opererende piratenzender Capital Radio.

Deze zender was gestationeerd op een daartoe op een Nederlandse werf voor dit doel verbouwd schip de „King David." Aan de activiteiten van Capital Radio kwam een abrupt einde toen op 10 november van het vorige jaar, de King David van zijn anker sloeg en op de kust strandde.

Gezien de vele nog uitstaande schulden van de International Broadcasters Society werd op het zenderschip nadat het was binnen gesleept beslag gelegd.

1971-10-18: Final Fate:
Voor Fl. 20.700,-- openbaar gekocht door Joh. Boele N.V. te Ouderkerk a/d IJssel en opgelegd. In de zomer van 1973 omgebouwd tot sportvisser door Scheepswerf Metz in Urk. In november 1976 beschadigd Den Helder binnengesleept, machine verwijderd en sindsdien in dienst als opslagplaats/drijvende ponton in Den Helder. In 1994 gesloopt.
1971-10-20: De Tijd 20-10-1971: Radioschip van Capital geveild.

Het onder de Liechtensteinse vlag voerende radiozendschip King David, dat in november van het vorig jaar op de kust bij Noordwijk vastliep, is maandagmiddag op een veiling in Amsterdam verkocht voor 20.700 gulden aan de rederij Joh. Boele NV in Krimpen aan de Lek.

Het zendschip kreeg bekendheid, doordat vanaf dit schip de uitzendingen werden verzorgd voor de ether-piraat Radio Capital, die zijn activiteiten inmiddels heeft gestaakt. Tot het toebehoren van het voormalige radioschip behoorden onder meer een complete 10 kw-zender, antennes, draaitafels en uitzendkamer in de ruimen, alsmede een in aanbouw zijnde tweede zender.

De koper vertelde geen bijzondere doeleinden op het oog te hebben met het schip. Bij de belangstellenden op de veiling in café De Pool bevonden zich o.a., Kees Manders, ex-nachtclubeigenaar die indertijd bemoeienissen heeft gehad met Radio Noordsee, en ir. P. S. Heerema uit Wassenaar, die zojuist het bevoorradingsschip van Nordsee aan de ketting heeft gelegd.