Nieuws – Radio Mercur

Ship Events Data

1914-00-00: In 1914, bij het uitbreken van WO-I, ligt het schip in Tonsberg in Noorwegen. Hendrik Holwerda besluit het schip daar op te leggen en reist met de bemanning naar Nederland. In 06-1915 reist stuurman Willem Salomons naar Noorwegen om weer te gaan varen met de Roelfina. Het komt in 06-1915 weer in de vaart. In 1915 wordt ze, tijdens een reis van Amsterdam naar Gevle, door een Duitse torpedoboot opgebracht naar Swinemunde. Na een paar dagen krijgt de eigenaar het schip terug en kan zijn reis naar Gevle vervolgen.
1917-00-00: 1917 behalve Hendrik Holwerda Ezn. (37,5 %) waren medeeigenaren: A. Veenma (25 %) , Janke Holwerda Edr. (12,5 %), Willem Sloots Rzn. (12,5 %) en Harm Sloots Rzn. (12,5 %)
1918-00-00: In 1918, onder gezag van kapitein Veenma, wederom opgebracht naar Swinemunde. Er is bij de Nederlandse Regering een claim ingediend wegens oorlogsschade.
1927-07-07: Op 07.07.1927 liggende te Delfzijl door D. Loorbach, beëdigd scheepmeter te Groningen, voorzien van een nieuw brandmerk: 105 Z WINSCH 1927 door het inbranden op het achterschip, op de voorste waterlijst van de lichtkap op het achterdek. Opm.: Brandmerk 3531 WINSCH 1914 is verwijderd. Het wordt dan omschreven als: motorkotterschip, hoofdzakelijk gebouwd van staal, inhoudende een laadruimte met 2 luiken, machinekamer een voor- en een achterpiek, 2 kajuiten op dek, 2 masten en waarbij 2 roeiboten, kettingen, ankers en verdere toebehoren, in hoodzaak gedreven door een motor, overigens door zeilen, zijnde gemelde motor een 3 cylinder ruwolie Bronsmotor van 90 paardekrachten. Groot 427.97 Kub.meter. De eigenaren zijn dan: Albert Venema, schipper te Wildervank 3/8, Willem Sloots Roelofszoon, schoenmaker te Gasselternijveen 3/8, Roelfina Sloots Jansdochter z.b. te Gasselternijveen 1/8 en Annechien Sloots z.b. te Gasselternijveen 1/8 deel. Op 10-09-1930 treedt Harm Sloots Roelofszn, schipper te Groningen toe als medeeigenaar en op 08-02-1933 Jakob Sloots, kapitein te Groningen.
1941-05-00: 05.1941 door de Duitsers te Delfzijl gevorderd.
1942-05-13: Op 13-05-1942 worden als eigenaren bij het Kadaster teboekgesteld: Otto Jan van der Werf, scheepsbouwmeester te Nijmegen 1/6, Hendrik van der Werf, scheepsbouwmeester te Nijmegen 1/6, Pieter Moorlag, koopman te Arnhem 1/3, Pieter Hoogerwerf, cargadoor te Wassenaar 1/6 en Cornelis Holscher, reeder te Hillegersberg 1/6 deel.
1945-00-00: 1945 terug aan de eigenaar en bij Scheepswerf v.d. Werf te Deest gerepareerd en verbouwd.
1946-05-22: Op 22.05.1946 liggende te Deest opnieuw voorzien van hetzelfde brandmerk: 105 Z WINSCH 1927
1946-12-24: Uitspraak Raad voor de Scheepvaart naar aanleiding van de brand op het achterschip van de Taurus waardoor een aantal hutten en het stuurhuis zijn uitgebrand en het aan de grond lopen toen de Taurus zich naar Grimsby wilde begeven. De brand brak op 24 december omstreeks 13.00 uur uit in de hut van eerste stuurman J. Mulder wonende te Groningen. De Taurus was in Goole geladen met 195 ton kolen bestemd voor Londen en was om 05.00 uur vertrokken. Onder loods aanwijzing werd de Humber af gevaren, om 11.30 uur werd bij Spurn-vuurschip de loods ontscheept. Om 12.00 uur gaf stuurman Mulder de wacht over aan kapitein Borg en begaf zich naar beneden na nog enige bezigheden te hebben verricht. Rond 13.00 uur kwam er rook uit zijn kleerkast die gelegen was tegen het schot van de machinekamerschacht. Hij riep een matroos, pakte de kast uit en begon putsen water op het vuur te gooien. Men slaagde er niet in de brand te blussen en door de rookontwikkeling kon men niet dicht bij het voor komen. De kapitein vreesde dat het vuur de brandstoftank, die onder hut van de stuurman lag, zou aan tasten en liet de reddingboot te water zetten, om te voorkomen dat deze een prooi van het vuur zou worden. Men besloot met alle vijf opvarenden in de boot te gaan en deze met een staaldraad verbinding te laten houden met de Taurus. Na 15.00 uur nam het vuur af en ging men weer aan boord om de brand verder met putsen water te blussen daar de motorpomp niet meer te bedienen was. Om 17.00 uur was het vuur bedwongen. Het bleek dat de motor nog werkte, maar alle kaarten, kompassen en scheepspapieren waren vernield omdat het stuurhuis uitgebrand was. Men kon enigszins sturen door een handel van de stoomlier in de koppeling van het stuurrad te steken. En zo, halve kracht varend wilde kapitein Borg terug varen naar de Humber. Weldra werd het Race-vuurschip verkend, waar om assistentie werd gevraagd. Hier wees men de Taurus de koers naar het Humber vuurschip. Om 22.00 uur werd vrijwel recht vooruit een vuurtje gezien en werd hard stuurboord roer gegeven maar het schip bleek niet naar het roer te luisteren en weldra bleek dat het schip bij St. Leonards aan de grond zat. Bij laag water stond het schip droog. Op 26 december om 06.30 uur gelukte het het schip vlot te krijgen en ging men in dieper water voor anker. Het schip werd door de sleepboot Prizeman op 27 december 1946 om 07.30 uur Grimsby binnen gebracht. Oordeel van de Raad is dat de brand is ontstaan door een samenloop van omstandigheden van te weinig isolatie van uitlaatgassen buis en te dicht op het schot van de hut van de stuurman. De bemanning heeft met de voorgeschreven en aanwezige brandblusmiddelen gedaan wat zij kon om de brand te blussen. Ondanks de moeilijke omstandigheden om te navigeren, doordat het stuurhuis uitgebrand was, had de stranding wellicht voorkomen kunnen worden als er gelood was. Gelukkig heeft de stranding geen noemenswaardige schade veroorzaakt. Er werden geen disciplinaire maatregelen genomen. Gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant op 7 juli 1947.
1960-00-00: In 1960 als "Cheetah" van A. Brask Thomsen, (Directeur Finansbanken en woonachting in Montreux) thuishaven Panama, Panama en te Stege ongebouwd tot radiozendschip voor pop muziek en reclame boodschappen. (Het zond uit vanuit de Sont, net drie mijl uit de Deense kust, onder de naam "Radio Mercur") Tijdens een zware storm losgeslagen en op de Zweedse kust gestrand. Geborgen en na herstel weer in dienst. De Deense en Zweedse regeringen protesteerden bij Panama voor het misbruiken van de internationale afspraken over radio communicatie. Panama wilde tegen radio Mercur aktie ondernemen maar toen bleek dat het schip de Honduras registratie had. Na het parlementsbesluit van 14.06.1962 de piratenzender te verbieden en voor 31.07.1962 de zenders aan boord te ontmantelen is het als "Lucky Star" verkocht aan Gert Victor Blom te Kopenhagen en weer verbouwd tot "kustvaarder".
Op 29.08.1962 onder de naam "Nijmah Al Hazz" met Libanon-vlag, thuishaven Beirout, uit Rotterdam vertrokken naar Denemarken. De eigenaar was toen B. Knudsen uit Kopenhagen, voormalig directeur van Radio Mercur.
1972-09-00: In 09-1972 in dok bij Fredericia Shipyard A/S, 29-09-1972 opgelegd te Fredericia op verzoek van Fredericia Shipyard A/S wegens openstaande rekeningen, om te voorkomen dat het schip zou vertrekken is het roer gedemonteerd, In 11-1972 overgenomen door Fredericia Shipyard A/S.
1974-09-00: In 09.1974 in Naskov gesloopt door Dansk Skibsophug (Poul Kristensen) nadat ze een tijd in Fredericia opgelegen had gelegen.
2012-00-00: 2012 Informatie van B. Mikkelsen: In 1960 the vessel was purchase by a Danish tycoon called Alex Brask Thomsen living in Clarens, Switzerland and renamed CHEETA with Puerto Cortes as port of registry and as such rebuilt to a floating radiostation and placed in Oresund off the Danish coast broadcasting modern pop music as Radio Mercur. In 1962 the kind of broadcasting was forbidden by Danish law and the vessel was siezed and taken to Copenhagen. It was shortly after renamed Lucky Star as the radiostation purchase a slightly bigger ship called Cheeta 2 (a former Norwegian passengership). Lucky Star ex Cheeta was, however, sold to a Danish citizen called Gert Victor Blom of Copenhagen and on Oktober 21, 1963 registeret as Lucky Star with Hundested as port of registry. For a sum of 45,000 DKK the vessel was sold on the K. E. Witthøft Rasmussen in hundested and renamed Kamilla Witthøft. In 1965 the vessel was re-engined with a 3 cylindred Bergen-diesel. On April 9, 1968, it was sold to captain Knud e. Larsen of Hjørring (inland city) and renamed VENDELBO with Aalborg as port of registy. In 1973 it was laid up in Fredericia on behalf of Fredericia Shipyard as the owner could not pay his bill at the shipyard. He wasn't able to pay, and therefore the shipyard took control of the vessel in a lay-up situation and later - in September 1974 - sold the vessel on to Poul Christensen A/S of Nakskov, and had it towed to Nakskov, where is demolished during October and November 1974.