Nieuws – Aegir II

1929-01-30: Voorwaarts 30-01-1929: Scheepsbouw. Aan de scheepswerf Gideon van J. Koster Hzn. te Groningen, is de bouw opgedragen door de N.V. Scheepvaart Mij. Globus, Rotterdam, van twee motorvrachtschepen met een deadweight van ca. 260 ton. De schepen zullen afm. hebben van 32,75 bij 6.25 bij 2.60 M. en worden voorzien van 150—180 P.K., compressorlooze Deutz Dieselmotoren ter voortstuwing. De bouw geschiedt onder toezicht van Bureau Veritas voor classificatie kleine kustvaart met uitbreiding tot de vaart op de Noord- en Oostzee en Engelsch Kanaal. (RAPID en EXPRESS.)
1929-04-26: Op 26-04-1929 als EXPRESS, zijnde een motorvrachtschip, groot 195.11 tonnen van 2.83 m3, liggende te Groningen, door D. Loorbach, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Adrianus Borstlap, reeder te Scheveningen, van haar brandmerk voorzien door het inbeitelen van 1152 Z GRON 1929 op 't achterschip beneden den ingang motorkamer.
1929-05-00: NRC 07.05.1929:
Zaterdag 4 mei j.l. vond op de Eems de goed geslaagde proefvaart plaats met het door de Scheepswerf Gideon van de heer J. Koster Hzn. te Groningen gebouwde motorvrachtschip 'EXPRESS' voor rekening van de N.V. Scheepvaart Mij. Globus te Rotterdam. Het schip heeft afmetingen van 34,50 x 6,25 x 2,60 meter en een deadweight van 260 ton. De voortstuwing geschiedt door een compressorloze Deutz Diesel motor van 150-180 P.K., waarmede op de proefvaart bij beladen schip een met log gemeten snelheid werd behaald van 8 ½ mijl. Behalve de hoofdmotor is in de motorkamer een 6-7 P.K. compressorloze Deutz diesel hulpmotor gemonteerd voor aandrijving hulp-compressor, hulp lenspomp en dynamo. Het laden en lossen geschiedt met behulp van een motorlier met een 6-7 P.K. compressorloze Deutz diesel hulpmotor, welk aan dek gemonteerd is. Het hefvermogen bedraagt 2000 K.G. Het roer is van het Oertz-patent. Het schip wordt elektrisch verlicht. De romp is gemaakt met kruiserhek. De verblijven en de motorkamer zijn zeer ruim en de accomodatie is zeer modern en geriefelijk. De bouw geschiedde onder toezicht van Bureau Veritas en de Scheepvaart-inspectie voor classificatie grote kustvaart. Na de proefvaart werd het schip door de rederij overgenomen.
1940-00-00: 1940 week uit naar Engeland en voer tijdens de oorlog met Willemstad (NA) als thuishaven. In dienst van de Royal Navy redde het tijdens de operatie 'Dynamo' (de evacuatie van Duinkerken, van 29 tot 31 mei 1940), 952 militairen. Redde ook de bemanning van de destroyer 'Havant'. Nam in 1944 deel aan de operatie 'Neptune' (Invasie van Normandië).
1971-00-00: Final Fate:
November 1970 opgelegd in Delfzijl en in februari 1971 verkocht voor de sloop aan Frans Rijsdijk-Holland N.V. te Hendrik Ido Ambacht. Doorverkocht aan N.V. Sportvisserij (Menno Henssen), Colijnsplaat en na opgeknapt te zijn in november 1972 weer als 'Aegir' in de vaart. Juni 1978 verkocht aan Gerard J.Th. van Dam die mogelijk als stroman optrad voor buitenlandse (Belgische?) initiatiefnemers; verbouwd tot radiozendschip 'Flip'. Op 23 juni 1978 liggend te Scheveningen namen de autoriteiten de radiozenders in beslag. Op 28 juni 1978 ging het schip toch naar zee en startte de uitzendingen onder de naam Radio Delmare. Het lag voor de kust van Goeree. 11 sept. 1978 bij windkracht 8 van haar ankers geslagen en mayday uitgezonden. Het inmiddels in Paricopania herdoopte schip werd door de sleepboot 'Smithbank' op sleeptouw genomen en naar Maassluis gesleept, later naar Scheveningen. Op 16 december 1978 weer naar zee vertrokken; op 27 oktober 1979 Stellendam binnengelopen en in beslag genomen. In 1980 opgelegd in de Entrepothaven in Rotterdam. In januari 1981 naar Zierikzee gebracht, op 21 januari executoriaal geveild en aan sloper in Zierikzee verkocht. In juli 1981 werd de sloop voltooid.
1971-02-17: NvhN 17-02-1971: Aegir, Lutetia en Forto verkocht. De in Delfzijl thuisbehorende motorkustvaartuigen Aegir, Forto en Lutetia van de heer R. Pilon te Appingedam zijn verkocht aan de Scheepssloperij en Schroothandel Frank Rijsdijk Holland NV in Hendrik Ido Ambacht. De Aegir werd in 1929 gebouwd bij de scheepswerf Gideon J. Koster Hzn„ te Groningen: zij behoort tot het gladdektype en heeft een draagvermogen van 250 ton bij 195 bruto register ton. Het schip is voorzien van een 150 pk Deutzdieselmotor. De Forto werd in 1927 bij dezelfde werf gebouwd en meet 515 ton bij 370 bruto register ton. Het schip, dat reeds eerder in de vaart was onder de namen Veenenburgh en Batavier VII, behoort tot het gladdektype en is voorzien van een 350 pk MAN-dieselmotor. De Lutetia heeft al eerder onder de namen Ameland en Rapid gevaren, werd in 1929 eveneens bij Gideon (Koster) gebouwd, meet 255 ton bij 191 bruto register ton en is voorzien van een 195 pk Deutz-dieselmotor.